Dag 8: Tivat en Kotor

We halen 's morgens verse broodjes bij een Pekara. Deze bakker heeft allerlei verschillende soorten (stok)brood, hartig brood met vulling en zoet brood (stoort gebak). De Pekara is goedkoop, 8 enorme (hartige) broden/gebakjes voor 4 euro. Dit is ook zo ongeveer meteen alles wat goedkoop is. Zeker aan de boulevard rijzen de prijzen de pan uit. Het binnenland schijnt goedkoper te zijn, maar daar zijn we (helaas) niet geweest wegens tijdgebrek.

Na het ontbijt vertrekken we naar Kotor. We nemen de iets langere maar mooiere route langs de kust. We parkeren de auto voor 80 cent per uur op een parkeerplaats naast het oude centrum. Binnen de muren van het centrum vind je vooral souvenirs, eettentjes en andere winkeltjes gericht op toeristen. Je kunt voor 3 euro helemaal naar boven toe klimmen naar het Illyrisch fort uit de 16de eeuw. Omdat het een behoorlijke klim is en omdat we al genoeg forten hebben gezien, doen we het niet. We dolen nog wat rond en rijden dan terug. We rijden langs honderden strandjes van kiezelstenen of beton. Hier liggen vooral de locals. Op een zo'n strandje kunnen meestal maximaal een man of 5 à 10. We besluiten ook ergens te gaan liggen en vallen pardoes allebei in slaap. Omdat het bewolkt is ligt de gevoelstemperatuur iets lager. Het water in de baai is behoorlijk koud.

Tivat is met Porto Montenegro een echt jetset plaatsje. Het doet me denken aan een combinatie van Ibiza en het Outlet. Dure merken en jachten, of een combinatie daarvan, zoals de megajacht van de eigenaar van Tommy Hilfiger. We herkenden het aan een grote vlag op het achterdek met het logo. Maar het pronkstuk in de haven was een jacht met een helikopter op het dek. Het draait er om zien en gezien worden, leuk om een keer mee te maken.